Als ik differentieer tijdens mijn lessen, kan ik dan nog wel eerlijk evalueren?

Dashboard / Binnenklasdifferentiatie / Basic - Als ik differentieer tijdens mijn lessen, kan ik dan nog wel eerlijk evalueren?

 

Deze cartoon ben je waarschijnlijk ook al tegengekomen op het internet, in een cursus, in een opleiding, etc.   Op de cartoon zien we een leerkracht bij een boom. Zijn klas bestaat uit verschillende dieren, een aap, vis, olifant, kikker en een vogel. De leerkracht geeft eenzelfde instructie; iedereen klimt in de boom, zodat de opdracht eerlijk is. Deze cartoon toont de gelijkheidsparadox: men past een gelijke norm (in de boom klimmen) toe op ongelijke omstandigheden (er zijn dieren die beter of slechter in een boom kunnen klimmen). Met weinig moeite kunnen we zien dat deze opdracht juist oneerlijk is, want hoe klimt een olifant in vredesnaam in een boom? Willen we dat iedereen kan deelnemen aan de opdracht dan zal er differentiatie, verschillende ondersteuning en aanpassingen nodig zijn. We trekken deze manier van denken ook door naar de evaluatie. We kunnen dus de vraag stellen als iedere leerling verschillend is, is het dan eerlijk en rechtvaardig om al de leerlingen op dezelfde manier te beoordelen?

In de klas betekent dit dat een leerling bijvoorbeeld met een computer werkt, een toets mondeling aflegt, minder aantal woorden leert, etc. W. heeft moeite met automatiseren, wat als gevolg heeft dat leren heel moeizaam gaat. Er wordt de aanpassing doorgevoerd dat W. enkel de hoofdzaken leert en op basis daarvan zijn toetsen en examens worden opgesteld. Hierop komt de reactie van een leerkracht of het wel eerlijk is. Wordt W. nu niet voorgetrokken ten opzichte van de andere leerlingen? Hij/zij mag iets wat de andere leerlingen niet mogen.

Op het moment dat we nadenken over evaluatie vinden we het toepassen van differentiatie veel moeilijker en komt het gelijkheidsprincipe naar boven. Als W. start niet van gelijke omstandigheden als zijn klasgenoten. Zij hebben geen automatiseringsprobleem en hebben dus geen ondersteuning of aanpassingen nodig.

 

Het is van belang om na te gaan of er geen vragen en bedenkingen leven omtrent het gelijkheidsprincipe bij leerkrachten, in het team, bij medeleerlingen. Wanneer je dit aanvoelt is het van belang om hierover in gesprek te gaan. De vergelijking met een bril helpt veelal om de denkwijze ook door te trekken naar bijvoorbeeld minder leerstof, een computer enz. Je vraagt aan iemand met een bril ook niet om deze af te zetten bij de toets of het examen.

Om de eigen evaluatie als uitgangspunt te nemen, ontwikkelde we een werkvorm 'Mijn eigen evaluatie onder de loep.' ( Ga verder)