Vandaag geef je in je klas van 20 leerlingen een les rond spelling. Net als elke klas in Vlaanderen, is ook jouw klas divers. Er zitten 10 meisjes, 9 jongens en 1 genderneutrale leerling in jouw klas. Verschillende leerlingen hebben gescheiden ouders, enkelen hebben het financieel niet breed thuis. Ook de thuiscultuur verschilt sterk bij de leerlingen, sommigen worden erg streng opgevoed, anderen krijgen meer vrijheid. Sommige leerlingen komen thuis veelvuldig in contact met literatuur. Zij hebben een een zeer uitgebreide kennis van woordenschat en grammatica, voor hen mag de les stevig vooruit gaan. Andere leerlingen hebben juist nood aan extra ondersteuning.
Hoewel we nog heel wat diversiteit onbeschreven laten, voel je de diversiteit in deze klasgroep. Met een klassikale les waarbij je aan het bord de spellingsregels uitlegt zal je niet alle leerlingen tot leren kunnen brengen. En dat is toch wat je wil als leerkracht? Dat is precies waar binnenklasdifferentiatie op gericht is, alle leerlingen tot leren brengen.
Leerlingen zijn op zoveel manieren divers dat het soms moeilijk is om als leerkracht nog te weten waar je rekening mee moet houden wanneer je differentieert. Want het is misschien wel belangrijk om af en toe tijd te maken voor een leerling in een moeilijke thuissituatie, maar het is niet nodig om hier in elke les naar te differentiëren. Wanneer je leerinhouden uitwerkt, kan je in je differentiatie rekening houden met de verschillen in de interesse, de leerstatus en het leerprofiel tussen de leerlingen (Struyven e.a.2015):
Interesse | Leerstatus | Leerprofiel |
---|---|---|
We maken een facebookpagina aan van onze klas voor de komende uitstap voor de les geschiedenis. | De leerlingen kunnen kiezen tussen basisteksten, middellange teksten of verdiepende teksten om hun bijdrage aan de facebookpagina te maken. | De leerlingen mogen zelf ideeën aanbrengen over hoe ze hun informatie op de facebookpagina willen tonen, sommigen gaan aan de slag met filmpjes, anderen schrijven een verhaal, .. |
Om de les rond regelmatige meervoudsvormen voor te bereiden vraag je de leerlingen om elk 5 woorden mee te brengen die ze lazen, hoorden of zagen in hun favoriete boek, programma of film. | Een groep oefent op de regelmatige meervoudsvormen en krijgt extra uitleg en ondersteuning over open en gesloten lettergrepen. |
Leerlingen mogen per twee of alleen oefenen op de regelmatige meervoudsvormen. Ze mogen ook kiezen tussen oefeningen in spelvorm, sterk gestructureerde oefeningen of actieve oefeningen op de gang. |
Je vraagt de leerlingen om thuis zelf 2 rekenoefeningen te bedenken, op basis van dagelijks rekenen. Je geeft hierbij enkele voorbeelden: optellen van de prijs van de boodschappen, het totale gewicht van de cake volgens het recept, ... | Leerlingen die vlot door de oefeningen in het huiswerk gaan krijgen er meer en moeilijkere mee dan leerlingen die hier langer aan zitten. Zo doen alle leerlingen ongeveer een half uur over hun huiswerk. | Ik geef de keuze om huiswerk te maken op een werkblaadje of op de computer. |
Door in te spelen waarom iemand leert, zal de motivatie verhogen. | Door in te spelen op wat iemand leert, zal de leerwinst groter zijn | Door in te spelen op hoe iemand leert zal het leereffect groter zijn. |
Door in ons onderwijs te differentiëren naar deze drie verschillen, realiseren we maximaal leren voor elke leerling en ‘neutraliseren’ we het verschil in achtergrondkenmerken (taal, leefwereld thuis, etc. ). Op die manier werk je dus ook aan gelijke onderwijskansen voor alle leerlingen.
Struyven, e.a.(2019). Binnenklasdifferentiatie in de praktijk. Ieders leer-kracht realiseren. Acco.