Terug 'Wat zeggen leerlingen zelf over moeilijk hanteerbaar gedrag?'

 

Ik was die leerling, die leerling met moeilijk hanteerbaar gedrag. Die leerling waarvan er al eens een hand in de richting van een ander vliegt, die leerling die niet altijd de liefste dingen zegt. Maar ook die leerling die onzeker is en die zelf soms niet begrijpt waarom ze het gedrag stelt dat ze stelt. Nu, vele jaren en inzichten later neem ik je mee in mijn verhaal. Hoewel mijn verhaal uniek is, denk ik dat het waardevolle inzichten brengt voor leerkrachten. 

 

Mijn rugzak

Mijn lagere schooltijd was niet simpel, want ik was anders. Mijn kleding was anders, ik woog meer dan andere leerlingen, ik hield van andere dingen. Bovendien heb ik nooit goed begrepen hoe je vrienden maakt. Wat moet je daarvoor doen? Hoe moet je je gedragen? En wanneer kan je iemand eigenlijk een vriend noemen? Op dat moment heb ik nog geen label, geen extra ondersteuning. Mijn schoolresultaten zijn oké. Maar ik word gepest en daar reageer ik zelf niet altijd even rustig op. Heel die periode heb ik het gevoel gehad dat leerkrachten dit niet merkten of niets deden. Ik heb vaak het gevoel gehad dat het mijn schuld was dat ik gepest werd, ik was per slot van rekening toch anders van anderen. Al bij al valt het aantal zware incidenten mee, maar ik wist het bureau van de directeur zijn.

In het secundair onderwijs start ik met een schone lei, nieuwe klas, nauwelijks leerlingen uit mijn lagere school. Ik vind hier en daar wel connectie, maar een langdurige, kwaliteitsvolle en betekenisvolle vriendschap uitbouwen, dat lukt niet. Hoe ik me moet en kan gedragen in een groep blijft een raadsel. Ik begin te merken hoe ik; vooral in sociale situaties, snel dingen doe voor ik erover nadenk. Tijdens een eerder kort oudercontact geeft een medewerker van de school te kennen dat het misschien een goed idee is om een psychiater te zien. Ik weet niet wat dat is en heb ook geen idee waarom hij dit adviseert? Dus ik bezoek de psychiater. Ik ben 12 jaar op dat moment, mijn ouders zijn er niet bij. Ik krijg een label, ‘ADHD en begaafd’. Die labels zijn een opluchting voor mij, want al dat rare gedrag, dat ik zelf niet onder controle kreeg, dat was dus niet helemaal mijn schuld. Ik was dus geen slechte persoon. Ik krijg ook woorden om het uit te leggen, mensen begrijpen het als je zegt ‘ik heb ADHD’. Ik krijg Relatine en het gaat goed met mij, heel even. Want dan gaan mijn ouders scheiden, bovendien krijg ik te maken met psychisch geweld door één van mijn ouders. Nog steeds heb ik geen diepgaande en veilige vriendschapsrelatie. Contacten met anderen zijn risicovol, stresserend, want ik weet nog steeds niet hoe dat moet. Hoe zorg ik er voor dat anderen mij leuk vinden en mij geen pijn doen? Die vraag wordt: ‘hoe zorg ik er voor dat anderen mij geen pijn doen?’ want mijn zelfbeeld is ondertussen zo kapot dat ik er van overtuigd was dat niemand mij leuk zou vinden. En dus werd ik defensief. Leerkrachten reageerden hier weinig op, ik heb nooit echt het gevoel gehad dat ik echt gezien werd. Misschien wou ik dat op dat moment niet, want echt gezien worden, is kwetsbaar zijn. Maar het was wel nodig, want zelf kwam ik er niet meer uit.

 

Alle kanten van incidenten

Ik heb één groot incident meegemaakt. Hoewel ik het nu over dat incident heb, zijn de gevoelens en gedachten gelijkaardig aan die in andere, kleinere incidenten.

Ik heb slechte punten, vorig schooljaar besliste de psychiater dat ik geen Relatine meer kreeg, ik werkte niet hard genoeg voor mijn punten, die waren niet hoog genoeg  volgens de psychiater. Ik heb hier niets over te zeggen, want ik kan niet ontkennen dat mijn punten dichter bij 60% dan bij 80% liggen. Ik ben er dit schooljaar in geslaagd om twee vriendinnen te hebben, mensen waarmee ik een klik heb en die mij lijken te waarderen. We zijn halverwege het schooljaar, één van mijn vriendinnen is psychisch kwetsbaar en heeft behoefte aan rust aan het begin van de schooldag. Dus wanneer we op school toekomen, willen we samen naar de klas gaan. De andere leerlingen zijn ondertussen in de ontspanningsruimtes. Een leerkracht, waarmee mijn relatie al erg slecht is, maakt een schampere en onterechte opmerking op mijn vriendin. Wanneer ze ons net iets later naar boven ziet gaan, roept ze ons terug. Ik probeer uit te leggen waarom we dit doen. Ik wil mijn vriendin beschermen, maar ervaar deze leerkracht ook als erg bedreigend. Mijn gedachten versnellen en raken in de knoop, er ontstaat een soort vlucht-vechtreactie, mijn spieren spannen zich, ik word kwaad, mijn interne monoloog wordt agressief. Toch ben ik veel minder aan het woord dan de leerkracht, ik probeer me te beheersen, met al mijn kracht. De leerkracht blaft me toe ‘hoe slecht ik ben’, ‘hoe andere leerkrachten mij ook een vervelende leerling vinden’ en nog een heleboel zaken die ik gewoon niet hoor. Het raast in mijn hoofd, ik wil mijn vriendin beschermen, maar ook mezelf. Mijn reeds kwetsbare zelfbeeld wordt aangevallen. Voor ik het weet schiet mijn arm uit, mijn hand raakt de kaak van de leerkracht. Het is geen harde klap, maar het is een klap. Zij is verbijsterd en loopt weg. Ik word in een opslagruimte gezet en moet wachten. Ik heb geen idee wat er gebeurt, ik hoor de schoolbel gaan, de lessen beginnen. Ik mag niet weg, ik zit daar, alleen, bang, verward, boos op mezelf, boos op de leerkracht. Langzaam word ik rustiger, minder opgefokt, maar des te angstiger. Mijn moeder wordt erbij gehaald, de politie wordt erbij gehaald. Ik ben bang, bang en machteloos, want ik kan niet tegen hen op. Ik heb niet die woorden, de rust, die doordachte antwoorden die ik nu nodig heb om mezelf te redden. Machteloosheid, zo weet ik na alle psychische geweld van een ouder, is het ergste gevoel dat er is. Het is dus een gevoel dat erg triggerend is voor mij, het maakt mij kwaad, het maakt mij enorm gespannen en laat mijn hoofd op hol slaan.

Ik word van school gestuurd, moet naar een nieuwe school waar ik helemaal geen aansluiting vind. Zo sluit ik mijn laatste twee jaar  af op een derde school. Het gaat niet altijd goed met mij, ik ben onzeker, defensief en heb een zelfbeeld dat zich maar heel langzaam herstelt.

Ik ben die leerling, die leerling met moeilijk hanteerbaar gedrag. Het gaat goed met mij, nu wel. Ik werk, heb een fijne relatie en ben hoger opgeleid.

 

Machteloos, onbegrepen en toch gezien

Ik wil je wat vertellen. Heb geduld, want dat problematische gedrag is niet fijn voor jou, maar die leerling, hij of zij kan er niet van weg, hij of zij draagt de gevolgen altijd, overal. Geef dus oefenkansen, zonder telkens weer te benadrukken dat je teleurgesteld bent, dat wat er gebeurt niet oké is. Zoek mee met die leerling, wat helpt? Hoe maak je vrienden? Waar kan je naartoe als het teveel wordt? Geef om je leerlingen, het meest om die met moeilijk hanteerbaar gedrag. Maar vooral, hou het vol, wees volhardend, blijf die leerling vasthouden, ook al is dat niet altijd even intensief. Want niet elke leerling die eigenlijk echt hulp nodig heeft of wil zal dat kunnen toegeven. Ze hebben vaak, net als ik, de ervaring dat niemand echt volhoudt, dat mensen zich snel laten wegduwen wanneer een leerling zijn of haar kwetsbaarheid wil beschermen. Want dat is wat mij heeft geholpen, iemand die volhield en volhoudt, iemand die blijft, wat er ook gebeurt.