Wat betekent de driehoek of piramide van het zorgcontinuum precies?

Dashboard / Zorgcontinuüm / Basic - Wat betekent de driehoek of piramide van het zorgcontinuum precies?

Als leerkracht stem je de zorg die je aanbiedt af op wat je leerlingen nodig hebben. Daarbij doorloop je in de praktijk meerdere fasen. Voor de meeste leerlingen volstaat een gedifferentieerd aanbod op maat van je klasgroep. Voor sommigen heb je echter een intensere ondersteuning nodig. Daarbij betrek je gaandeweg ook meer partners uit je team en het netwerk rondom je leerlingen en school. Schematisch wordt dat proces al vele jaren voorgesteld in de vorm van een piramide of driehoek. Daarbij onderscheiden we meestal drie fasen. Elke fase stelt een hogere gradatie voor in de zorg of ondersteuning die je aanbiedt. Gericht op steeds minder leerlingen wordt je ondersteuning steeds specifieker en betrek je ook extra partners binnen en buiten de school.

 

 

 

 

Brede basiszorg bied je aan voor alle leerlingen, zodat ze zich optimaal en breed kunnen ontwikkelen. Je ontwerpt een toegankelijke en flexibele  leeromgeving met als doel een kwaliteitsvol onderwijs voor al je leerlingen. Dat betekent dat je actief op zoek gaat naar mogelijke barrières in de onderwijsleercontext en die trachten weg te werken voor zoveel mogelijk leerlingen. Je differentieert bijvoorbeeld in je klas, tracht breed te evalueren, werkt handelingsgericht en vanuit de principes van Univeral Design for Learning,…
Verhoogde zorg bied je aan voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Voor hen ga je bijvoorbeeld flexibel om met het curriculum en voorzie je niet alleen remediërende en differentiërende maatregelen, maar ook compenserende en dispenserende maatregelen.
Uitbreiding van zorg voorzie je als ook die maatregelen niet volstaan. Daarvoor overleg je met de ouders, de leerling en het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). Samen bespreek je welke extra ondersteuning er eventueel van buitenaf kan komen, bijvoorbeeld uit het buitengewoon onderwijs, de gezondheidszorg of welzijnsvoorzieningen. Je kan bijvoorbeeld ondersteuners inschakelen, therapeuten, thuisbegeleiders of andere hulpverleners.Vanuit uitbreiding van zorg onderscheiden sommige voorstellingen na diagnostiek door het CLB nog een extra fase (Fase 3). Daarin bied je specifieke zorg aan op maat van leerlingen met een individueel aangepast curriculum.

De verschillende fasen lopen in elkaar over en werken in elkaar door. Scholen voorzien zorg in verschillende fasen tegelijk en stemmen de maatregelen op elkaar af. Voor een leerling met maatregelen uit de verhoogde zorg blijft het bijvoorbeeld nodig om ook na te denken over maatregelen in de brede basiszorg. Door samen met je team te bespreken wat je al doet en wat je vanuit je visie op zorg nog meer wil doen, kom je tot een doorgaande lijn en samenhang in je ondersteuning. Zo ontwikkel je geleidelijk aan een continuüm in een geïntegreerd geheel. Ook in de visuele voorstellingen blijkt het belang van die samenhang.

 

  • Er staan stippellijnen tussen de fasen.
  • Alle fasen worden weergegeven in eenzelfde kleur.
  • De piramide wordt ingebed in een cirkel die de visie op zorg weergeeft.

 

Stel dat er in je klas plots heel wat leerlingen instromen met een thuistaal die verschilt van het Nederlands en dat een aantal van hen moeilijk tot leren komt. De kans is groot dat je dan extra gaat differentiëren in taallessen of dat je remediërende oefeningen voorziet. In overleg met je zorgteam haal je ook compenserende hulpmiddelen naar boven, of dispenseer je voor een leerling tijdelijk een aantal leerdoelen. Na een tijdje merk je dat niet alleen die leerlingen profiteren van je aandacht voor een heldere instructietaal en aanvullend beeldmateriaal. Je past je praktijk dus aan en laat iedereen meegenieten van de ondersteuning. Je maatregelen verschuiven zo van de verhoogde naar de brede basiszorg. Via overleg met je collega’s besef je ook dat er een beleid rond meertaligheid nodig is voor de hele school. Tijdens personeelsvergaderingen bedenk je bijvoorbeeld samen hoe je waarderend met diverse thuistalen kan omgaan in de klas, maar ook op de speelplaats, in de refter, tijdens oudercontacten,… Je beseft dat er naast de mix aan talen ook verschillen spelen in culturen en religies en dat de mogelijkheden in de gezinssituaties van de leerlingen sterk uiteenlopen. Samen met de leerlingen, de ouders en andere betrokkenen rondom de school zet dit je zo aan om je visie op zorg verder te verbreden en om een samenhangend geheel aan maatregelen te bedenken dat helpt om aan alle leerlingen goed onderwijs te kunnen blijven bieden.

  • De drie- of meerlagige voorstelling, gebaseerd op internationale modellen, werd in Vlaanderen vooral bekend via het handelingsgericht werken (Pameijer e.a., 2018; www.handelingsgerichtwerken.be) en het netoverschrijdende project Prodia.
  • Intussen is het niet vrijblijvend meer om je ondersteuning uit te bouwen in een continuüm (Wilssens, 2019). Iedereen beseft dat goed onderwijs zich best afstemt op de noden van alle leerlingen. Het continuüm van zorg werd daarom ook decretaal verankerd in de Vlaamse regelgeving, zowel via het M-decreet (2014) als het decreet leerlingenbegeleiding (2018). Meer informatie vind je hier